Met het hergebruik van materialen kan je veel energie besparen. Daarom is de ambitie van de provincie Noord-Brabant voor een circulaire economie nauw verweven met de energietransitie. Er is nog een lange weg te gaan tot een volledig CO²-neutrale, circulaire samenleving. Maar in de Mengfabriek in ’s-Hertogenbosch, een laboratorium voor lokale en circulaire economie, experimenteren ze volop met een zoutbatterij die zowel het pand, als vijfhonderd woningen kan verwarmen. “Wij stoken wél voor de buren.”
Hoe kun je écht circulair denken? Kirsti Pol is stadmaker en initiatiefnemer van de circulaire hub de Mengfabriek in ’s-Hertogenbosch. Zij stelt dat je pas echt een circulaire economie kunt creëren als je accepteert dat alles met elkaar samenhangt. Op die manier is circulair werken onlosmakelijk verbonden met energietransitie, maar ook met vervoer, infrastructuur, voeding, gezondheid en onderwijs. “Op het moment dat je aan het ene radartje draait, gaat er ergens anders ook een radartje draaien.” Volgens Pol denken mensen al snel dat het duurzaam is om een dak vol zonnepanelen te leggen, maar we vergeten vaak eerst te kijken naar welk materiaal al aanwezig is om te verduurzamen. Circulair verduurzamen is daarom altijd maatwerk.
Oude voedersilo’s als warmteopslag
De Mengfabriek is een voormalige mengvoederfabriek aan de rand van de binnenstad. Het pand is onderdeel van het voormalig industriële complex van De Heus op de Tramkade. Kirsti Pol en Michael Bol van Buro Kade/ Conceptenbouwers ontwikkelden dit gebied tot een inspirerende hotspot van circulair ondernemen. Een jaar geleden kwam circulair werken en de energietransitie samen in de vraag hoe ze het monumentale pand beter en zuiniger kunnen verwarmen. Voor Pol is circulair werken niet het hergebruik (reuse) van middelen. “Refuse, rethink, redesign, dat zijn dingen die ons veel meer aanspreken. De silo’s op de Tramkade hebben een enorme opslagcapaciteit. Om zo’n rijksmonument te isoleren, moet je ongelofelijk veel [isolatie]materiaal toevoegen. Vaak gaat het dan ook om isolatiemateriaal wat uiteindelijk chemisch afval wordt, daar is niks duurzaams aan. En we willen voorkomen dat het karakter van het rijksmonument verloren gaat. We dachten: ‘kunnen we dat niet slimmer doen?’”
Overal mogelijkheden voor zout als warmtebron
Dat resulteerde in een jaar van creatief omdenken en onderzoeken. In samenwerking met onder andere Brabant Geeft Energie, onderzoeksorganisatie TNO en architect Ton Dietvorst ontwikkelden ze een zoutbatterij. Het (hoogwaardige) zout in de silo wordt in de zomer gedroogd. Door toevoeging van water komt warmte vrij. Op die manier kan eindeloos zomerwarmte opgeslagen worden voor verwarming in de winter. “En toen bleek dat je met de 21 silo’s […] de Mengfabriek én vijfhonderd woningen van warmte kon voorzien.” En het gaat verder. Want de stadmaker ziet overal mogelijkheden om zout als warmtebron in te zetten: “Als je dan gaat doordenken en dat is een enorme ‘eye opener’: verhip, we hebben ongelofelijk veel oude veevoederfabrieken, stallen, kelders, ruimte in de stad waar je dit soort zout kunt opslaan. […] Het is enorm schaalbaar.”
“Dit kan in heel Brabant super revolutionair zijn, denk ik”
Het plan ligt er en er is een boek over geschreven: “Van Koudijs naar warm bad” door Buro Kade. Hoe verder? De pioniers zijn geen eigenaar van het pand, maar huren het tot 2025. Met een terugverdientijd van zo’n twintig jaar zou de gemeente daar in kunnen investeren. Maar eigenlijk doet zo’n terugverdientijd er niet toe, volgens Pol. Een overheid moet volgens haar het goede voorbeeld geven en ideeën als deze kunnen uitvoeren om vervolgens de rest mee te krijgen in de circulaire energietransitie.
Pol en consorten werken veel samen met gemeente en provincie. “De provincie Noord-Brabant staat in Nederland te boek als zeer hardwerkende provincie als het gaat om energietransitie en duurzaamheid”, zegt de stadmaker. Het plan voor de zoutbatterij in de Mengfabriek is ontstaan met steun van Brabant Geeft Energie, een initiatief van de provincie Noord-Brabant. Pol is heel blij met dit partnerschap. “Voor de verdere uitvoering van dit plan hebben we in eerste instantie steun en vertrouwen nodig”, zegt Pol. “En het vervelende is altijd als je met zo’n project een volgende stap wilt zetten, dan heb je ook financiën nodig. Als dit werkt, dan kan het in heel Brabant super revolutionair zijn, denk ik.”
Aanpassingen aan wet- en regelgeving is nodig
Er is meer nodig dan financiële impulsen om circulaire energietransitie op gang te krijgen. Volgens Pol lopen innovaties die binnen de circulaire economie worden uitgevonden regelmatig vast op wet- en regelgeving. Ergens stopt het sluiten van de keten. “Mijn analyse na acht jaar studeren op circulaire economie is dat die regelmatig stopt bij wet- en regelgeving en oude financieringsmodellen.” Overheden kunnen bij hun uitvragen, zoals aanbestedingen voor bouwprojecten of een energievoorziening, bijvoorbeeld standaard kiezen voor circulaire, duurzame opties, stelt Pol.
Pol benadrukt dat we kritisch moeten zijn nu veel projecten en producten als circulair worden aangeprezen. “#zoekhetuit!” zegt ze, “Er zit zoveel marketing bij; klopt het nu wel allemaal wat we horen?” Vijf jaar Mengfabriek laat zien dat beginnen, onderzoeken en dingen uitproberen tot echte circulaire én energiezuinige resultaten kan leiden.
Binnenkort publiceert de provincie Noord-Brabant de Uitvoeringsagenda Circulaire Economie 2021-2023: “Meerwaarde met kringlopen”.
Tekst: Marjolein Bezemer in opdracht van de provincie Noord-Brabant
Beeld: Kirsti Pol (graffiti-silo’s)
Meer over energietransitie.